• Hey José, dát is lang geleden! Leuk om je te zien. Hoewel… eigenlijk wil je elkaar níet tegenkomen bij Sengers.

    “Nee, maar ik ben hartstikke blij dat ik hier terecht kan voor mijn revalidatie.”

  • Revalidatie? Wat is er gebeurd dan?

    “Uit mijn werk ging ik snel even een patatje halen. Keertje makkelijk, want we wilden klussen die avond. Dat liep dus totaal anders. Kom ik thuis met het eten en maak ik me toch een smak, echt stijl voorover. Ik weet nog dat ik mijn hoofd opzij draaide en mijn linkerarm uitstrekte. Jos, mijn man weetje wel, probeerde me overeind te helpen. Maar ik wilde liever blijven liggen. Mijn hele lichaam was aan het shaken en ik voelde een hevige pijn tussen de schouder en de elleboog. Ik was de kluts ook helemaal kwijt.”

  • Naar de huisartsenpost?

    “Ja, wij naar Enschede. Mijn linkerarm hing er zo raar bij. Ik had de behoefte om die arm vast te houden. ‘Dit voelt niet goed’ dacht ik steeds. Een arts heeft mijn nek, schouder en arm bekeken. En ze wilde weten hoe ik me verder voelde. In het MST moesten we foto’s laten maken. Een gebroken schouder dus. Ik kreeg zo’n sling om, dat voelde al heel fijn. Het zag er naar uit dat beide delen weer goed aan elkaar zouden groeien door de schouder rust te geven. ‘Hoe lang gaat dit duren?’, vroeg ik. ‘Zes weken’, zei de arts. ‘Oh, dat kan écht niet!’, riep ik uit. ‘Het is héél druk op mijn werk…’ Hij  schoot in de lach. ‘Voorlopig niet aan uw werk denken, alleen aan uzelf’, benadrukte hij. De arts zei dat ik geluk had gehad doordat ik mijn hoofd opzij draaide tijdens de val. Was ik letterlijk plat op mijn neus gevallen, dan waren we misschien botjes naar binnen geschoten. ‘Dan hadden we een ander verhaal gehad. Of géén verhaal’, zei hij. Dat laatste kwam binnen, hoor!”

  • Pfff, heftig!

    ”Van dat idee heb ik best last gehad. De eerste zes weken kun en mag je helemaal niks. Ja, stil zitten en zittend slapen in bed. Alle tijd om te prakkezeren dus. Het voelde heel raar in mijn hoofd, ik kon me slecht concentreren. Daar boven was heel wat gebeurd. De praktijkondersteuner van mijn huisarts vertelde dat ik een trauma had opgelopen van die valpartij. Maar ook oud verdriet om mensen uit naaste familiekring kwam ineens weer boven, terwijl ik dacht dat ik dit een plekje had gegeven. Na een paar gesprekken voelde ik me al beter.”

  • En ondertussen kreeg je fysiotherapie?

    “Nee, na die zes weken pas. Toen zijn er weer foto’s gemaakt. Beide botdelen zaten gelukkig goed aan elkaar. De arts verwees me naar de fysiotherapeut en wilde op de hoogte worden gehouden van de resultaten. Mocht het niet naar wens gaan met mijn schouder, dan moest het behandelplan gelijk worden bijgesteld. Hij gaf aan dat de genezingsproces drie maanden tot een half jaar ging duren. Verschrikkelijk vond ik het. Het voelde ook zo dubbel. Aan de ene kant hartstikke blij dat ik er nog ben, want het had heel anders kunnen aflopen. Maar ik had ook zorgen om mijn werk. Is dit het einde van mijn baan? Oké, ik ben dan wel 65 jaar, maar wil zelf het moment bepalen om te stoppen met werken. En niet gedwongen. Daar zat ik mee.”

  • Maar dan loop je hier al een hele poos…

    “Klopt, ik ben nu aan de vijfde maand fysiotherapie bezig. Meestal helpt Lisa me, een jonge meid met pit. Fijn dat ze altijd begint met een gesprekje. Hoe is het gegaan in de tussentijd? Er wordt goed naar me geluisterd. En ze geeft eerlijk aan wat zij er zelf van vindt. Verder krijg ik tips. Wat is niet erg aan pijn en wanneer moet je stoppen. Dat geeft houvast . Die eerste keer heeft Lisa heel voorzichtig onderzocht wat mijn schouder kon hebben. Daarna zijn we gaan oefenen in de sportzaal. Eerst één keer in de week en na een poosje twee keer. We trainen beweging en kracht van de nek, schouder, armen. Ook de spieren van de borstkas. Het staat allemaal met elkaar in verband. Daarnaast krijg ik manuele therapie. Massage van nek, rug en schouders. Ook thuis doe ik oefeningen. Lisa heeft me geleerd te luisteren naar mijn lichaam. Een keer ben ik over mijn grens gegaan. Nou, dat doe je niet weer! Heel onprettig.”

  • Gaat het nu beter met je?

    “Zeker! Kijk, mijn arm kan ik helemaal omhoog doen. Het gevoel dat er verbetering in zit, daar kun je jezelf aan optrekken. Eerst dacht ik van ‘ach, als ik eenmaal een beetje kan met mijn arm, dan ga ik weer aan het werk’. Maar dat idee praatte Lisa even stevig uit mijn hoofd. Ze benadrukte dat ik pas na volledig herstel weer aan het werk mag. Omdat je anders het risico loopt dat niet alle functies optimaal terugkeren. Dat heb ik me in de oren geknoopt, want ik wil wél weer de oude worden. Vertrouwen op je fysiotherapeut is heel belangrijk. Dat zit wel goed! We hebben géén stip op de horizon gezet. Maar ik hoop eind dit jaar geen fysiotherapie meer nodig te hebben. Dat zou mooi zijn.”

  • Wanneer kun je aan het werk denk je?

    “Het is nu (eind oktober) de vierde week dat ik aan het werk ben. Therapeutisch dan, drie dagen van twee uurtjes. En dat gaat goed. Ik ben ervan overtuigd dat ik mijn werk straks als vanouds kan oppakken. Van mijn werkgever heb ik trouwens alle begrip en medewerking gehad. Ook mijn collega’s leven enorm mee. Dat doet me goed!”

KOM JE ER NIET HELEMAAL UIT?

Neem contact op
team-image